• A+
  • A
  • A-

Contactgegevens

Site St-Elisabeth - Ukkel
02-614 20 00
Site St-Michiel - Etterbeek
02-614 30 00
Bella Vita Medical Center - Waterloo
02-614 42 00

Risico's anesthesiologie

Bron:
Patient Information : an update of the ‘anaesthesia brochure’. 
E. VANDERMEULEN,D. HENNART, L. SERMEUS, Y. KREMER, B. BAUVE, J. L. DEMEERE, Working group of the SBAR/BVAR
Acta Anaesth. Belg., 2007, 58, 255-263

Risico’s van anesthesie  

Alhoewel de moderne anesthesie zeer veilig is en alle nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden kunnen er, zoals bij elke medische ingreep, toch nevenwerkingen of verwikkelingen optreden. 
Het is erg moeilijk om een onderscheid te makken tussen de risico’s van de anesthesie, deze van de heelkundige ingreep en van uw algemene toestand. 
Het risico dat u als individu loopt wordt mee bepaald door: 

  • De aanwezigheid van andere aandoeningen dan degene waarvoor u geopereerd wordt
  • Het hebben van persoonlijke risicofactoren zoals overgewicht of roken
  • Het ondergaan van een moeilijke, langdurige en/of dringende ingreep

Om te kunnen inschatten hoe groot het risico is moet u weten hoe dikwijls het voorkomt, hoe ernstig het is en hoe het kan worden behandeld. 
Hoe ingewikkelder de anesthesie en de ingreep, hoe groter de kans op nevenwerkingen en verwikkelingen. Daarom zal de geneesheer van de dienst anesthesie u steeds een vorm van anesthesie voorstellen die het meest aangepast is aan uw gezondheidstoestand en de geplande heelkundige ingreep, en welke de mogelijke alternatieven zijn. Hij zal u raad geven over dat te gebruiken verdoving, waarbij een maximum aan voordelen aan een minimum van risico’s paart. Om u te verdoven beschikt de geneesheer van de dienst anesthesie over verschillende geneesmiddelen. De meeste van deze geneesmiddelen die in België gebruikt worden hebben reeds een lange staat van dienst, en werden voordien uitvoerig getest. Enkel veilige en door de bevoegde instanties goedgekeurde middelen mogen worden gebruikt.

Nevenwerkingen en verwikkelingen van anesthesie  

De risico’s van anesthesie omvatten nevenwerkingen en verwikkelingen. 
Nevenwerkingen zijn de bijna steeds aanwezige ongewenste effecten van een geneesmiddel of een behandeling (vb. misselijkheid, braken, keelpijn). Meestal duren ze ook niet lang. Sommige nevenwerkingen kunnen voorkomen worden, anderen kunnen behandeld worden, en een aantal gaan vanzelf voorbij. 
Verwikkelingen zijn ongewenste en onverwachte gebeurtenissen die het gevolg zijn van een behandeling, zoals het optreden van een allergische reactie na de toediening van een geneesmiddel. 

Onderstaande tabel geeft u een idee van hoe frequent deze nevenwerkingen en complicaties voorkomen. Een kans van 1 op 10 betekent dat er gemiddeld niets zal gebeuren bij 9 van de 10 patiënten. 

Zeer dikwijls 1 op 10 
Dikwijls 1 op 100 
Ongebruikelijk 1 op 1000 
Zeldzaam 1 op 10 000 
Zeer zeldzaam 1 op 100 000 

Mogelijke nevenwerkingen en verwikkelingen  

Onderstaande lijst geeft u een beeld van de mogelijke nevenwerkingen en verwikkelingen en van de frequentie waarmee deze voorkomen. Deze lijst is onderverdeeld in drie delen (zeer dikwijls of dikwijls voorkomend ; ongebruikelijk ; en zeldzaam of zeer zeldzaam voorkomend). 
Deze frequentie heeft betrekking op bovenstaande tabel. Bij iedere nevenwerking of verwikkeling vindt u ook terug bij welk soort verdoving ze kan voorkomen: 
RA = regionale anesthesie 
AA = algemene anesthesie 

Zeer dikwijls of dikwijls voorkomend  

  • Misselijkheid en braken RA – AA 

Sommige operaties en anesthetische geneesmiddelen veroorzaken meer misselijkheid en/of braken dan andere. Zowel misselijkheid als braken kunnen in de meeste gevallen behandeld of voorkomen worden, maar soms kunnen ze wel enkele uren tot dagen aanhouden. 

  • Keelpijn AA  

Dit treedt soms op nadat u een buis in de luchtweg of in de maag werd geplaatst. Dit pijnlijke gevoel kan enkele uren tot dagen duren maar kan behandeld worden met zuigtabletjes of mondspoelingen. 

  • Duizeligheid en dubbel zien RA – AA 

De verdoving of het verlies van vocht tijdens de ingreep kunnen een lage bloeddruk veroorzaken en maken dat u zich zwak voelt. Dit kan behandeld worden door geneesmiddelen en het toedienen van extra vocht via het infuus. 

  • Rillen RA – AA 

Dit wordt veroorzaakt door warmteverlies tijdens de operatie, bepaalde geneesmiddelen en stress. Dit kan behandeld worden met behulp van een deken met warme lucht. 

  • Hoofdpijn RA – AA 

Dit wordt veroorzaakt door de verdoving, de operatie, het tekort aan vocht, of stress. Ernstigere hoofdpijn kan voorkomen na een epidurale of rachianesthesie. Meestal verdwijnt deze hoofdpijn na een aantal uren, maar indien nodig kan ze behandeld worden. 

  • Jeuk RA – AA  

Jeuk is een nevenwerking van krachtige pijnstillers, maar kan ook voorkomen als gevolg van een allergische reactie. 

  • Spier-, gewrichts- en rugpijn RA – AA  

Tijdens de operatie ligt u de hele tijd stil in dezelfde houding op een vrij harde operatietafel. Alhoewel ervoor wordt gezorgd om u zo goed mogelijk te installeren, voelen sommige patiënten achteraf toch nog pijn. 

  • Pijn tijdens het inspuiten van geneesmiddelen RA – AA  

Sommige geneesmiddelen kunnen pijn of een onaangenaam gevoel veroorzaken wanneer ze worden ingespoten. 

  • Pijnlijke, blauwe plekken RA – AA 

Dit komt voor op de plaatsen waar inspuitingen werden gegeven of waar een infuus werd geplaatst. Het wordt veroorzaakt door de beschadiging van een klein bloedvat, de beweging van een nabijgelegen gewricht, of een infectie. In de meeste gevallen gaat dit voorbij zonder behandeling. 

  • Verwardheid of geheugenverlies RA – AA 

Dit komt vooral voor bij oudere patiënten die geopereerd werden. Het is meestal tijdelijk, maar kan soms meerdere dagen tot zelfs weken duren. 

Ongebruikelijke nevenwerkingen of verwikkelingen  

  • Longinfecties AA 

Longinfecties komen meer voor bij rokers en kunnen ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Daarom is het belangrijk zo lang mogelijk voor uw anesthesie te stoppen. 

  • Moeilijkheden bij het wateren RA – AA  

Na sommige operaties en regionale anesthesie (vooral epidurale en rachianesthesie), kunnen vooral mannen soms moeilijker plassen terwijl vrouwen eerder de neiging hebben urine te verliezen. Dit gaat spontaan over, maar soms wordt daarom preventief een blaassonde geplaatst. 

  • Een langzame ademhaling RA - AA 

Sommige pijnstillers kunnen een trage ademhaling of duizeligheid veroorzaken na de operatie. Dit is een tijdelijk fenomeen dat indien noodzakelijk kan behandeld worden. 

  • Beschadiging van tanden, lippen of tong AA

U kan uw tanden, lippen of tong beschadigen door krachtig uw mond dicht te knijpen tijdens het ontwaken uit de algemene verdoving. Ook kunnen de tanden beschadigd worden indien de geneesheer van de dienst anesthesie moeilijkheden heeft om een buis in de luchtpijp of de maag te plaatsen. Dit komt meer voor indien u een kleine mondopening of onderkaak heeft, of een gebit in slechte toestand. 

  • Het verergeren van een vooraf bestaande aandoening RA – AA  

Een vooraf bestaande aandoening (vb. een hart- of vaatziekte), die misschien nog niet gekend was voor de operatie, kan erger worden of pas tot uiting komen tijdens of na de operatie. 

  • Wakker worden tijdens de operatie AA 

De kans dat u wakker wordt tijdens de operatie hangt sterk af van uw algemene toestand, het soort operatie dat u ondergaat en het type van anesthesie dat gebruikt werd. Indien u denkt dat u tijdens een vorige operatie bent wakker geworden, dan moet u de geneesheer van de dienst anesthesie hiervan verwittigen. 

Zeldzaam of zeer zeldzaam voorkomend 

  • Verwonding van de ogen AA 

Ondanks het feit dat de geneesheer van de dienst anesthesie er grote zorg voor draagt dat niets uw ogen kan verwonden tijdens de verdoving, kan er soms toch een oppervlakkige, zelfs pijnlijke beschadiging van het oog gebeuren. Deze beschadiging is echter tijdelijk, geneest spontaan en de pijn kan ondertussen verholpen worden met aangepaste oogzalf. 

  • Ernstige overgevoeligheid aan geneesmiddelen RA – AA  

Een allergische reactie zal onmiddellijk opgemerkt en behandeld worden. In zeer zeldzame gevallen, kan deze reactie zo uitgesproken zijn dat ze tot de dood kan leiden, zelfs bij gezonde mensen. Daarom is het belangrijk dat u de geneesheer van de dienst anesthesie alles vertelt over mogelijke overgevoeligheden bij uzelf of uw familie. 

  • Kracht- en/of gevoelsverlies RA – AA 

Dit kan veroorzaakt worden door een zenuwbeschadiging, met een naald in geval van een regionale anesthesie, door een bloeduitstorting, of door druk op een zenuw tijdens een operatie onder algemene anesthesie. De meeste zenuwbeschadigingen zijn tijdelijk en genezen vanzelf. 

  • Overlijden RA – AA 

Een overlijden ten gevolge van een anesthesie is extreem zeldzaam, en wordt bijna altijd veroorzaakt door een samenloop van meerdere verwikkelingen die tegelijkertijd voorkomen.